In de fosfinekwestie met het ms Fox op 3 december 2019 hebben zowel de gasdokter als havenmeester hun zorgplicht geschonden. Dit stelt advocaat mr Tim Roos, gespecialiseerd in het binnenvaartrecht, namens het schippersechtpaar De Waardt dat door ladinggas een vergiftiging opliep. Op zijn stevig onderbouwde brief van 11 maart heeft Havenbedrijf Amsterdam volgens hem echter niet gereageerd.
Zelf liet Havenbedrijf Amsterdam de kwestie eerder al uitpluizen door een onderzoekscommissie. Die stelde begin maart in haar evaluatierapport dat zowel de gassingsleider als de havenmeester volgens de regels hebben gehandeld. Naar de mening van mr Roos, partner van het Rotterdamse kantoor Van Dam & Kruidenier Advocaten, is het rapport echter onvolledig: ‘De onderzoekscommissie miskent de betekenis van de geldende voorschriften.’ In haar conclusie stelt de onderzoekscommissie bijvoorbeeld dat pas door het fosfinedrama duidelijk is geworden dat veilige gaswaardes toch weer gevaarlijk kunnen oplopen, bijvoorbeeld doordat er losse fosfinepillen in de lading zitten. Onterecht, stelt Roos.
Kritische reactie
Hij wijst op een kritische reactie van overslagbedrijf Igma, toen Havenbedrijf Amsterdam twee jaar terug een geactualiseerd plan van aanpak voor gegaste ladingen in zeeschepen presenteerde. ‘Eigenlijk zou elk gegast zeeschip volgens de havenverordening een eigen plan van aanpak moeten krijgen. Het havenbedrijf heeft echter een standaardplan gemaakt, en als bijlage bij het havenreglement gevoegd. De gasdokters passen dat plan eenvoudigweg bij elk schip toe.’ Kort na presentatie van het in december gebruikte protocol van 5 november 2018, wees Igma erop dat fosfinepillen die niet in kousen (sleeves) bovenop de lading liggen, in contact met de lucht weer kunnen gaan werken. Hier deed het havenbedrijf echter niets mee. In het plan bleef een bijzondere aanpak van losse fosfinetabletten ontbreken.
Zorgplicht
Dit pleit de gassingsleider echter niet vrij, vindt Roos: ‘Als een standaard plan van aanpak niet in losse pillen voorziet, moet de gasdokter in zulke gevallen alsnog een bijzonder plan van aanpak maken.
Daarmee moet hij voorkomen dat losse niet-uitgereageerde pillen in de lading alsnog reageren na de overslag. Hij heeft een wettelijke zorgplicht, in eerste instantie ten opzichte van de stuwadoors, maar ook naar de schippers die de lading moeten vervoeren.’ Desondanks gaf de betrokken gassingsleider – niet Ruvoma-directeur Peter Verhart, zoals eerder gesuggereerd, maar een van zijn werknemers, DdB – een gasmeetcertificaat af aan de havenmeester. Hierin noteerde hij de door hem gemeten gaswaardes. Op dat moment vielen die binnen de toegestane grenzen.