- Monumentale Hogebrug in Delftse Schie blijft bottleneck
- ‘Binnenvaart hard nodig voor groei Den Haag’
Het beunschip Maasstad van Ko en Louise Hoeve is maandag 28 januari officieel als eerste door de bochtafsnijding in de Delftse Schie bij Overschie gevaren. Dankzij de openstelling van de 800 meter lange omleiding zijn twee krappe haakse bochten definitief uit de vaarweg gehaald. Een wens waar maar liefst 90 jaar over is gepraat.
Het idee om bij de ingebruikname van de bochtafsnijding het spits af te bijten kwam van hemzelf, vertelt zetschipper Hoeve (56) van de Maasstad maandagmiddag. ‘Mijn vrouw Louise en ik varen hier al sinds 1984. Het leek mij leuk om eerste over het nieuwe stuk te mogen varen.’
Via zijn werkgever, zandzuig- en overslagbedrijf Van der Waal uit Papendrecht, kwam het verzoek bij de hoofdaannemer terecht, Van den Biggelaar uit Velddriel. Die speelde de vraag door naar de provincie. Die reageerde positief.
Tegenslagen
Een hele eer, vindt Hoeve. ‘We hebben het project in de achterliggende jaren zien groeien. Hartstikke leuk als je dan als eerste er overheen mag.’
Tijdens de 35 jaar dat het echtpaar Hoeve over de Schie vaart, hoorde het al van de plannen voor de bochtafsnijding. Hoeve: ‘En daarvóór, als matroos, hoorde ik van mijn schipper dat ze het er 25 jaar eerder al over hadden.’
De eerste plannen dateren zelfs al van 1932, meldde gedeputeerde Rik Janssen van provincie Zuid-Holland maandag tijdens de opening. Zetschipper Hoeve: ‘De laatste jaren ketste de uitvoering telkens af op tegenslagen. De ene keer lagen bewoners dwars, een volgende keer was er volgens mij geen geld voor en in 2011 bleek er een bijzondere muis (waterspitsmuis – red.) in het af te graven stuk land te leven.’