De bouw van de grootste zeesluis ter wereld in het Noordzeekanaal bij IJmuiden vordert gestaag. De bouwers, het consortium OpenIJ, hebben hierbij twee grote uitdagingen: ze mogen de scheepvaart nauwelijks hinderen en moeten zo stil mogelijk bouwen. Ze blaken echter van zelfvertrouwen. „Wij willen een mooi project maken.”
Heel even kan Antwerpen (of eigenlijk Beveren) momenteel prat gaan op het bezit van de grootste zeesluis ter wereld. De Kieldrechtsluis, tussen de Schelde en het Waaslandkanaal, verwelkomt sinds 2016 zeeschepen in een riante kolk van 68 meter breed. De zeesluis in het Noordzeekanaal zal echter, volgens plan per eind 2019, zijn Vlaamse evenknie met twee meter gaan overtreffen. Het consortium OpenIJ, dat bestaat uit BAM-PGGM, VolkerWessels en DIF, heeft het er druk mee. ‘Wij hebben de gewenste breedte puur bepaald op basis van het volume van de grootste schepen ter wereld. Die moeten hier straks zonder problemen door de sluis kunnen', zegt omgevingsmanager Jan Rienstra van Rijkswaterstaat stellig.
Vergeleken met het Neopanamax-formaat (366 x 49 x 15,20 meter) biedt de sluis inderdaad meer dan genoeg ruimte. Een van de grootste containerschepen ter wereld, de 15 maart opgeleverde MOL Triumph (20.170 teu) zal Amsterdam echter nog steeds niet heel snel kunnen aandoen. Qua lengte en breedte (400 x 59 meter) zou ze wel in de sluis passen: die meet straks 500 x 70 meter. Maar de MOL Triumph, met een holte van 33 meter, steekt bij volle belading 15,50 m diep. De maximaal toegestane diepgang op het Noordzeekanaal en in de sluizen blijft 13,72 meter of 45 ft (gemeten in zout water). De bodem van de nieuwe zeesluis ligt weliswaar 18 meter onder NAP, maar dat is vooral om te zorgen dat de scheepvaart minder of geen last heeft van eb en vloed.
Foto Rijkswaterstaat / Topview Luchtfotografie