Als er op een schip brand uitbreekt, staat de brandweer voor een buitengewoon lastige klus. Een riskante bovendien. „Het is te gevaarlijk om een dergelijke brand zonder extra training te lijf te gaan”, stelt officier van dienst Wim van der Wal. In de Rotterdamse havens –en ver daarbuiten– opereert daarom een gespecialiseerd scheepsbrandbestrijdingsteam. „Je moet zo’n schip als het ware kunnen lezen.”
Zijn thuishaven heeft de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond –waaronder genoemd team valt– boven in het World Port Center, op de Kop van Zuid in Rotterdam. De ramen bieden er een weids uitzicht op de skyline van Rotterdam. En op het water van de Nieuwe Maas, het werkterrein van het scheepsbrandbestrijdingsteam.
Op dat water, en verder door heel de Rotterdamse haven, varen jaarlijks zo’n 30.000 zeeschepen, en bijna viermaal zo veel binnenvaartschepen. Op elk schip kan er brand uitbreken. „In de haven loopt een schip meer risico’s dan tijdens het varen”, weet Van der Wal (48). „Onderweg gebeurt er veel minder vaak iets dan tijdens het laden en lossen, het uitvoeren van allerlei onderhoudswerk of een reparatie op een werf.” Bovendien heeft Rotterdam het predicaat ”port of refuge”, veilige haven. „Als er op schepen op de Noordzee brand uitbreekt, kunnen ze hier binnenlopen. Dit wordt gecoördineerd door het havenbedrijf.”
beeld Veiligheidsregio Haaglanden en Dick den Braber