Prutsen, vastlopen en opnieuw beginnen. In de Ontdekhoek van Rotterdam hoor je kinderhersenen bijna kraken. „Dit ding werkt niet!”
In een Ontdekhoek staan proefopstellingen waar kinderen „met minimale begeleiding vele ervaringen opdoen”, meldt het beleidsplan van de Ontdekhoek.
Hoe dat werkt, blijkt direct aan de kassa. Dave (15), Mike (13), Jayson (11) en Joas (3) krijgen een zak muntjes, een lijst activiteiten en een aardappel mee. De muntjes zijn bedoeld voor automaten die ingrediënten voor proefjes bevatten.

Voordoen: nee
De jonge deelnemers mogen zelf bepalen wát ze gaan doen, in welke volgorde en op welke manier. Kinderen moeten „zo zelfstandig mogelijk onderzoekend en ontdekkend bezig kunnen zijn”, luidt het beleid.
Vandaar de volgende instructie voor ouders: „Meedoen: ja. Voordoen: nee.” Geen gemakkelijke opdracht voor veel ouders…
Knol
De losse aardappel smeekt om een behandeling. Vlak bij de kassa kunnen de jongens er chips van bakken.
Op een plateau staan vier met de hand te bedienen draaibankjes. Om de aardappels te schillen, veronderstelt Dave. Hij spietst zijn knol aan een drietandige draadspindel en draait aan de hendel.
Zijn wentelende aardappel passeert nu een guts, een hoefijzervormig schilmesje, die zich erdoorheen graaft. Een lange sliert valt op tafel. Van de aardappel blijft niet veel over.

O, dat is precies de bedoeling, leest Dave. „Je moet hem hier niet schillen. Je maakt juist sliertjes om die te kunnen bakken!”
Airfryer
De draaibank krijgt de aardappel niet helemáál klein. Dave klaart het karwei met een (vastgeketend) aardappelmesje.
Een handjevol aardappelspaghetti belandt even later in een airfryer: „Vijf minuten op 200 graden.” Dave draait aan de kookwekker op het apparaat; de temperatuur is al goed ingesteld.
Chippies
Intussen verwerken ook de andere jongens hun piepers tot krullen. Joas heeft even hulp nodig, maar maalt dan lustig mee, ook als zijn aardappel het mesje al gepasseerd is.
Toch maar even helpen en uitleggen dat hij nu beter de andere kant op kan draaien. Met zijn leeftijd past dit binnen de omschreven „minimale begeleiding”, besluit ik.
Na vijf minuten schudt Dave de inhoud van de airfryer in een zelfgevouwen papieren puntzakje. Tevreden keurt hij zijn oogst. „Zo, ik heb chippies.”
Doortastend
De volgende stop is pal naast de chipsbakhoek: met een muntje ‘koopt’ Jayson zeep en mikt die in een vijzel.

„Stamp je zeepkorrels fijn”, instrueert een bordje. „Doe er wat water bij en maak een mooi balletje.” Doortastend schroeft Dave de verstuiver van de aanwezige plantenspuit en giet een scheut water in zijn vijzel. Jayson doet hetzelfde.
Beteuterd
Maar van de ontstane substantie is geen bal te draaien, constateren ze beteuterd. De laatste stap, het balletje samenpersen in een mal, kunnen ze hierdoor niet uitvoeren.
Dat ze nog wel een potje met vloeibare zeep kunnen vullen, is een schrale troost.
Toch past dit verloop van de proef binnen de filosofie van de makers: kinderen via experimenten ervaringen met wetenschap en techniek laten opdoen.
Het beleidsplan zegt het als volgt: „Net als in het echte leven is iets nooit geheel goed of fout – het kan wél altijd beter.”

Beeld Anton Dommerholt
Lees verder op het online platform Digibron van Erdee Media Groep:
Even verderop ontdekt Dave drie typmachines. Gefascineerd schuift hij achter een exemplaar. „Hoe werkt dit?” Even later zitten de drie broers typend naast elkaar. „Dit ding werkt niet: ik krijg niets op papier!” roept Mike.