„Elke band met China is een potentieel lek van kennis”„Elke band met China is een potentieel lek van kennis”

De red­ding van IHC is een opste­ker voor de hele mari­tie­me indu­strie, stelt direc­teur Roel de Graaf (65) van bran­che­or­ga­ni­sa­tie Nether­lands Mari­ti­me Tech­no­lo­gy (NMT). Tijd voor een ana­ly­se. „De sec­tor heeft zwa­re jaren ach­ter zich, maar we zien de markt echt weer aantrekken.”

De Graaf, sinds 2016 direc­teur van NMT, volg­de de recent­ste ver­wik­ke­lin­gen rond IHC met meer dan gewo­ne betrok­ken­heid: van 1997 tot hal­ver­we­ge 2014 werk­te hij zelf bij de scheeps­bou­wer in Kin­der­dijk, als direc­teur van het hui­di­ge IHC Meta­lix (tot 2002 IHC Nube + Staal), gespe­ci­a­li­seerd in staal­bouw­pak­ket­ten voor onder meer superjachten.

De Rot­ter­dam­se recht­bank bekrach­tig­de 9 maart in een door IHC gestar­te Whoa-pro­ce­du­re het red­dings­plan van de scheeps­bou­wer om Iqip, diens zeer winst­ge­ven­de doch­ter­on­der­ne­ming uit Sliedrecht, aan inves­te­rings­maat­schap­pij HAL te ver­ko­pen. Hier­mee wer­den nu ook drie ban­ken die deze ver­koop blok­keer­den aan het akkoord gebon­den. De ver­koop volg­de 14 maart. Opbrengst: naar ver­luidt zo’n 300 mil­joen euro.

De Graaf: „Jam­mer dat afsto­ting van Iqip de eni­ge oplos­sing was, maar beter dan de ein­de oefe­ning die anders voor IHC dreig­de. En strikt geno­men past deze stap bij de direc­tie­stra­te­gie om zich meer op de kern­ac­ti­vi­tei­ten te rich­ten: Iqip pro­du­ceert voor de off­sho­re-indu­strie, niet voor de scheepsbouw.”

Kartrekkers

Het alter­na­tief, een fail­lis­se­ment van IHC, had niet alleen (in het don­ker­ste sce­na­rio) zo’n 1900 banen in Neder­land gekost, maar ook een schok­ef­fect gege­ven in heel het 440 bedrij­ven tel­len­de leden­be­stand van de bran­che­or­ga­ni­sa­tie NMT. De Graaf: „Roy­al IHC en Damen Shi­py­ards zijn belang­rij­ke kar­trek­kers van de mari­tie­me maak­in­du­strie in Nederland.”

„Nie­mand wist vijf jaar gele­den het prijs­ver­schil tus­sen die­sel­aan­drij­ving en metha­nol.” Direc­teur Roel de Graaf van Nether­lands Mari­ti­me Tech­no­lo­gy. Beeld NMT

De NMT-direc­teur spreekt hier­bij van ”sys­teem­wer­ven”: ze vor­men de spil van het eco­sys­teem van mari­tie­me toe­le­ve­ran­ciers, onder­aan­ne­mers en ken­nis­in­stel­lin­gen. Na de groot­scha­li­ge red­dings­ac­tie van IHC in 2020, onder meer met bij­na 400 mil­joen over­heids­steun, bezig­de de ver­e­ni­gings­voor­zit­ter van dezelf­de NMT, Bas Ort, in het Finan­ci­eele Dag­blad dezelf­de term. Ort trok hier­bij een paral­lel met de Kre­diet­cri­sis. Zoals gro­te ban­ken toen niet moch­ten omval­len, gold het­zelf­de voor „sys­teem­werf” IHC: „Too impor­tant to fail.”

De Graaf: „Meer dan de helft van hun omzet kopen Damen en IHC in bij mari­tie­me bedrij­ven in Nederland.”

Toppositie

De nau­we samen­wer­king tus­sen onder meer deze gro­te marktspe­lers en hun toe­le­ve­ran­ciers bezorgt de nati­o­na­le maak­in­du­strie al decen­nia een wereld­wij­de top­po­si­tie. „Samen zor­gen ze voor een voort­du­ren­de door­ont­wik­ke­ling van mari­tie­me tech­no­lo­gie. Hier­door doen Neder­land­se toe­le­ve­ran­ciers het al zeker 30 jaar erg goed op de inter­na­ti­o­na­le markt: bij elkaar heb­ben ze gemid­deld een export­quo­tum van 60%. Van­daar de bij­naam Dut­ch mari­ti­me val­ley.” De val van IHC zou de bran­che dus, naast een for­se omzet­der­ving, onder­mij­ning van haar markt­po­si­tie heb­ben opgeleverd.

Chinese concurrentie

Als belang­rijk­ste oor­zaak van het zwa­re weer waar­in IHC terecht­kwam, wijst De Graaf op oneer­lij­ke con­cur­ren­tie van­uit Azië. En dan voor­al Chi­na. „Door over­heids­steun kun­nen Chi­ne­se scheeps­wer­ven veel goed­ko­per pro­du­ce­ren. Zul­ke bedrei­gin­gen zijn las­tig te pareren.”

Ver­vol­gens heeft IHC daar ‘ach­ter­af gezien’ onge­luk­kig op gean­ti­ci­peerd, geeft hij toe. Zo zorg­den zwa­re reor­ga­ni­sa­ties voor ver­lies van essen­ti­ë­le ken­nis en vak­man­schap. Ver­der leed de werf enor­me ver­lie­zen op pro­jec­ten waar te gre­tig op was ingeschreven.

Het belang­rijk­ste gevolg van het onge­lij­ke speel­veld is, dat IHC sinds begin deze eeuw steeds min­der omzet haalt uit orders van de gro­te vier Euro­pe­se bag­ge­raars. Deze wereld­wijd ope­re­ren­de mari­tie­me dienst­ver­le­ners – Bos­ka­lis, Van Oord, Jan De Nul en Deme – waren jaren­lang de belang­rijk­ste klan­ten voor de bouw van sleep­hop­per­zui­gers, snijkop­zui­gers en off­sho­re-sche­pen. De Graaf: „Ze zijn nog steeds belang­rijk, maar het omzet­ni­veau dat ze IHC tot eind vori­ge eeuw ople­ver­den zal niet meer wor­den gehaald. Deze bag­ger­be­drij­ven zijn min­der afhan­ke­lijk gewor­den van IHC: ze heb­ben intern ken­nis opge­bouwd. Hier­door kun­nen ze ook in Chi­na en Singapo­re sche­pen laten bou­wen die aan hun wen­sen vol­doen. Maar dan 30 tot 40% goedkoper.”

 

Lees ver­der op de web­si­te van week­blad Schuttevaer:

Tege­lij­ker­tijd dra­gen ook de bag­ge­raars de ver­ant­woor­de­lijk­heid voor stra­te­gi­sche auto­no­mie in Euro­pa, vindt De Graaf. „Ons con­ti­nent moet min­der afhan­ke­lijk wor­den van China.”