Binnenvaartschippers houden hun hart vast: per 2022 kunnen Nederlandse bunkerstations (varende tankstations) vrijwel enkel nog een mix van diesel en biobrandstoffen leveren. De sector vreest motorschade. „Als er niet snel duidelijkheid komt, stelt de minister de invoerverplichting maar uit”, vindt commissievoorzitter Kreusch van brancheorganisatie Koninklijke BLN-Schuttevaer.
Automobilisten zijn het al jaren gewend: brandstof met een –stapsgewijze toenemend– percentage biologische grondstof erdoorheen. Dat scheelt fossiele aardolie en vermindert per saldo de toename van CO2 in de atmosfeer. In opeenvolgende akkoorden hebben landen wereldwijd zich tot zulke maatregelen verplicht om de klimaatverandering tegen te gaan.
In Europa bevatte Euro 95-benzine sinds 2007 daarom tot 5 procent bio-ethanol. Sinds twee jaar leveren tankstations in plaats hiervan E10: een mix van gewone benzine met maximaal 10 procent bio-ethanol.
Koolzaad
Diesel krijgt eenzelfde behandeling als benzine. Maar een scheut licht ontvlambare ethanol erdoorheen is voor dieselmotoren geen handig idee. Het veruit goedkoopste en (daardoor) populairste alternatief voor diesel is FAME (Fatty Acid Methyl Ester, ofwel vetzuurmethylester). Brandstoffabrikanten kunnen deze biodieselvariant maken van plantaardige olie uit bijvoorbeeld koolzaad of zonnebloempitten.
Maar FAME kan ook gemaakt worden van oud frituurvet en dierlijke vetten. Dat scheelt wereldwijd talloze hectares kostbare landbouwgrond of te kappen bos voor bijvoorbeeld koolzaadteelt. Die bomen zijn juist hard nodig om CO2 in zuurstof om te zetten. De EU stimuleert daarom de productie van deze zogeheten tweede generatie FAME. Ook in Nederland wordt veruit de meeste biodiesel gemaakt van zulke hergebruikte vetten.
Green Deal
De tweede generatie FAME heeft een hogere prijs dan de eerste generatie. En er is nog een nadeel: de kwaliteit is vaak slechter dan FAME op basis van verse plantaardige oliën. Daardoor raken motoren sneller vervuild.

Lange tijd bleef de binnenvaart, net als de zee- en de luchtvaart, van het verplicht gebruik van biobrandstof verschoond. Maar in 2019 heeft de branche zich in de zogenoemde Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens verplicht tot een drastische CO2-reductie: de uitstoot moet in 2024 20 procent lager zijn dan in 2015, in 2030 bijna de helft en in 2050 zelfs 70 procent lager.
Blauwe diesel
Een belangrijk middel om die doelen te halen is het mengen van een steeds grotere hoeveelheid biodiesel door de brandstof. De laatste jaren voeren binnenvaartondernemers al steeds vaker op diesel waarin FAME was bijgemengd. Meestal gebeurde dat zonder dat zij dit wisten, want anders dan tankstations op het land hebben de meeste bunkeraars –drijvende bevoorradingsstations– maar één soort brandstof om de bunkers van een schip te vullen. B7 (diesel met 7 procent biodiesel, momenteel FAME), verschilt de laatste jaren nog amper in prijs met B0. Zodoende sloeg zo’n bunkerstation op de oliemarkt weleens een bulk B7 in, in plaats van B0. Landelijk lag de afname van B7 in 2019 op zo’n 20 procent.
Met ingang van 2022 zullen de meeste bunkerstations volgens plan énkel gemengde diesels leveren, net zoals tankstations op de wal al jaren doen.
Lees verder op de website van Reformatorisch Dagblad:
Alle gemelde problemen vallen onmiskenbaar te wijten aan de toegevoegde biodiesel in de brandstof, stelt Kreusch. „Blijkbaar komt er gewoon weleens FAME van inferieure vetten op de markt.”