Voortstomen in tram met treinstellenVoortstomen in tram met treinstellen

Fúúúúút! Tjoek, tjoek, tjoe­ket­joe­ke, tjoe­ket­joe­ket­j­koeket­joe­ke… Steeds snel­ler komen de wie­len van de stoom­lo­co­mo­tief in bewe­ging. De wagons erach­ter vol­gen gedwee. In de voor­ste kijkt Joas (3) ver­rast naar bui­ten: „We gaan rij­den!”

Tan­te Mie­ne­ke Ouds­hoorn (48) pakt Joas op en samen glu­ren ze door het deur­raam­pje naar bui­ten. Voor hun neus trekt een sis­send, dam­pend, glim­mend gevaar­te hen voor­waarts.

Dank­zij zijn ver­schij­ning heeft het al nooit puur als ver­voers­mid­del gediend, maar van­daag is de loco­mo­tief hele­maal doel op zich.

Samen met zijn tan­te en neef David (11) ging de peu­ter van­mor­gen vroeg op pad voor een twee uur duren­de auto­rit naar Hoorn. Op de NS-par­keer­plaats bleef de wagen in de mie­zer ach­ter. Dag­ta­rief: 2,80 euro.

Sta­ti­ons­kan­toor in stijl bemand.

”Stoomtram Hoorn-Medemblik”

Toen ston­den de rei­zi­gers voor twee keu­zes. Aller­eerst: via de bre­de, over­dek­te voet­gan­gers­brug over het spoor naar het monu­men­ta­le NS-sta­ti­on uit 1883 lopen en van­daar met een moder­ne elek­tri­sche trein oost­waarts naar Enk­hui­zen of west­waarts rich­ting Alkmaar/ Den Hel­der of naar Amster­dam en zui­de­lijk Neder­land.

De twee­de optie, die het uit­ein­de­lijk wordt, grenst direct aan het par­keer­ter­rein: sta­ti­on ”Stoom­tram Hoorn-Medem­blik”. Het is een tram­sta­ti­on uit 1987, ver­bouwd en uit­ge­breid in 2015.

Piep­jong dus, ver­ge­le­ken met het trein­sta­ti­on van Hoorn. Maar het ont­werp, geënt op het nog bestaan­de tram­sta­ti­ons­ge­bouw van Coe­vor­den uit 1897, doet anders ver­moe­den. Zoals bedoeld.

Sta­ti­on Hoorn.

Het stoom­tram­be­drijf Muse­um­stoom­tram Hoorn-Medem­blik (SHM) houdt de her­in­ne­ring aan de vele stoom­tram­be­drij­ven die tus­sen 1879 en 1966 in Neder­land beston­den, levend.

Zijn his­to­risch mate­ri­eel voert dienst­rit­ten uit op de toe­ris­ti­sche spoor­weg van Hoorn naar Medem­blik. Daar­van­daan kun­nen rei­zi­gers met dezelf­de stoom­tram retour, of met het muse­um­schip MS Fries­land uit 1956 ver­der naar Enk­hui­zen. Van­af dat punt terug­ke­ren naar Hoorn kan eigen­tijds, via de al genoem­de NS-ver­bin­ding.

Chocolademelk

Na het pas­se­ren van de kas­sa is er tijd voor een bezoek­je aan de sta­ti­ons­res­tau­ra­tie. De bedie­ning is vrien­de­lijk, maar dat ver­be­tert de kwa­li­teit van de kof­fie en de in thee­gla­zen geser­veer­de cho­co­la­de­melk niet. Bij­na 9 euro voor drie con­sump­ties is dan een hoop geld.

In com­bi­na­tie met het regen­ach­ti­ge weer geen veel­be­lo­vend begin van de dag. Maar op de een of ande­re manier sluit het alle­maal wel aan op de met stoom­wol­ken omge­ven entou­ra­ge van één à ander­hal­ve eeuw gele­den.

Die wereld betre­den de bezoe­kers als ze aan boord van een van de his­to­ri­sche wagons gaan. De voor­ste: dan kun je de sto­ker en de machi­nist goed zien.

Rookvlaag

Inmid­dels davert de kolon­ne –een tram­lo­co­mo­tief met elf wagons– over de rails. Joas tuurt, nog steeds gedul­dig gedra­gen, adem­loos naar bui­ten. Net als zijn tan­te. En net als David, die zijn tas met lek­ker­nij­en tij­de­lijk ver­geet.

Vol bewon­de­ring.

De impo­san­te, rook­wol­ken uit­bra­ken­de machi­ne die hen voort­trekt, staat ver­keerd om, den­ken ze.

Dat is maar hoe je het bekijkt, vindt chef trein Jan de Jong (74). Hij stapt via het voor­bal­kon de cou­pé bin­nen. Als hij de deur open­klapt, waait naast de in snel­le cadans gepro­du­ceer­de her­rie ook een mil­de rook­vlaag naar bin­nen.

Wit­te kle­ding ver­schiet op deze rei­zen van kleur. Net als de ooit fel­ge­le, maar na vele rit­ten beroe­te vei­lig­heids­jas van De Jong.

Achterstevoren

Dat de loco­mo­tief bij gebrek aan een keer­lus ach­ter­ste­vo­ren door het West-Frie­se land­schap tuft, vindt de trein­chef eigen­lijk te kort door de bocht gefor­mu­leerd: voor de machi­ne maakt de rij­rich­ting geen ver­schil.

„Ze kan, bei­de kan­ten uit, even snel. Deze stand vin­den de machi­nis­ten zelfs pret­ti­ger dan met de neus voor­uit. Ze heb­ben nu een veel beter zicht.”

Stoom­tram in vol­le glo­rie.

Straks, op de terug­weg, krij­gen ze de ketel wél voor zich: bij Medem­blik rijdt de loc dan via een wis­sel langs de wagons, waar­na hij aan­sluit bij het ach­ter­ste –van­af dan voor­ste– trein­stel.

”Trein­stel” inder­daad. Ach­ter een tram­lo­co­mo­tief. De trein­stel­len komen uit Oos­ten­rijk: het fra­me dateert van 1908, de opbouw van 1951. Daar­na raas­den de wagons nog een kwart­eeuw door de Oos­ten­rijk­se Alpen. „Toen wer­den open bal­kons in Oos­ten­rijk ver­bo­den en zijn ze hier­heen geko­men”, meldt De Jong.

Pancakes

De loco­mo­tief min­dert vaart: de rei­zi­gers nade­ren een spoor­weg­over­gang. De Jong springt van de nog stap­voets rij­den­de tram en beent naar de slag­boom­be­die­ning. Bel­len rin­ke­len, de bomen zak­ken en de loco­mo­tief uit 1922 zet zich puf­fend weer in bewe­ging.

Spo­ren langs hui­zen en vel­den.

Lees ver­der op het onli­ne plat­form Digi­bron van Erdee Media Groep:

Een con­duc­teur komt de cou­pé bin­nen. Om de kaart­jes te knip­pen, ver­on­der­stel­len de rei­zi­gers. „Wie heeft er trek in pof­fer­tjes?” vraagt de vrij­wil­li­ger. „Twaalf stuks voor € 4,50.”