Bevrachter: „Geef binnenvaart ”landingsrechten” bij terminals”Bevrachter: „Geef binnenvaart ”landingsrechten” bij terminals”

Om de con­ges­tie in Rot­ter­dam en Ant­wer­pen tegen te gaan, moet de bin­nen­vaart op alle con­tai­ner­ter­mi­nals zelf gaan beta­len voor de over­slag en hier­voor niet lan­ger afhan­ke­lijk zijn van de zee­re­de­rij­en. Zo ont­staat een gelijk­waar­di­ger posi­tie tus­sen zee- en bin­nen­vaart. Dat stelt direc­teur Hen­ri Hon­koop van bevrach­tings­kan­toor Hon­koop Bar­ging. „Denk aan het inko­pen van lan­dings­rech­ten op luchthavens.”

De nasleep van de recen­te Suez­ka­naal­blok­ka­de toont vol­gens hem weer eens aan hoe pro­ble­ma­tisch het laad- en los­re­gime op ter­mi­nals nu is. „Van­we­ge de coron­a­pan­de­mie had­den de ter­mi­nals al pro­ble­men met de afhan­de­ling”, zegt Hon­koop. „Twee­der­de van de zee­vaart kon al vóór het Suez­dra­ma niet vol­gens sche­ma laden en los­sen. Nu komt daar een week aan opge­stroopt con­tai­ner­aan­bod bij. De gevol­gen gaan we mis­schien nog wel maan­den merken.”

Wacht­tijd

De opstop­pin­gen op de ter­mi­nals stra­len ook af op de bin­nen­vaart. „Wij als bin­nen­vaart beta­len niet voor het laden en los­sen van de con­tai­ners: dat doen de zee­re­ders. Maar hier­door krij­gen de zee­sche­pen altijd voor­rang.” Gevolg: zolang er zee­sche­pen in de wacht lig­gen, mogen de bin­nen­vaart­schip­pers dui­men­draai­en. „We krij­gen onze lading wel, maar dat kan wel vijf tot zeven dagen duren.”

Zo leven bin­nen­vaart­be­man­nin­gen voort­du­rend in onze­ker­heid. Ze moe­ten wach­ten tot ze opeens te horen krij­gen dat ze aan de beurt zijn. En dát moet dan altijd zo snel moge­lijk. Dat wringt. „25 jaar gele­den bestónd het woord con­ges­tie niet eens in onze bran­che. Nu is de zee­vaart der­ma­te groot gewor­den dat de ter­mi­nals con­ti­nu met pie­ken in het con­tai­ner­aan­bod te maken heb­ben.” Bij­ko­mend pro­bleem bij wacht­tij­den is vol­gens Hon­koop dat de bin­nen­vaart die kos­ten niet kan door­be­re­ke­nen aan de klant.

Lan­dings­recht

De rela­tie tus­sen schip­pers en ter­mi­nals moet dan ook sterk ver­be­te­ren. „Laat elke par­tij beta­len voor zijn eigen deel. Een beet­je zoals vlieg­maat­schap­pij­en start- en lan­dings­rech­ten op vlieg­vel­den bezit­ten. Dan krijgt de bin­nen­vaart een com­mer­ci­ë­le ver­hou­ding met de ter­mi­nals. Dat geeft een veel vlot­te­re afhan­de­ling. De con­tai­ner­bin­nen­vaart heeft alleen toe­komst als ze vas­te afspra­ken met ter­mi­nals heeft.” Daar heb­ben alle par­tij­en belang bij, stelt hij. „De zee­sche­pen moe­ten dan wel­eens wat lan­ger wach­ten, maar de reders heb­ben net zo goed belang bij een gestroom­lijn­de transportketen.”1

Het idee wordt ove­ri­gens al op één zee­ha­ven­ter­mi­nal toe­ge­past. Samen met 21 ande­re bar­ge­o­pe­ra­tors en inland­ter­mi­nals, koopt Hon­koop al tijd­vak­ken voor vracht­af­han­de­ling in bij de ECT Del­ta Ter­mi­nal op de Maas­vlak­te. „We kopen de ploe­gen geza­men­lijk in en ver­de­len die onder elkaar. Maar het biedt nog niet vol­doen­de zeker­heid: als we een opdracht heb­ben voor meer con­tai­ners dan we in een tijd­vak kun­nen laden, kan de klant beslui­ten het over­schot over de weg te ver­voe­ren. Want voor we weer aan de beurt zijn, ben je dagen ver­der.” Een bin­nen­vaart­breed gere­gel­de inkoop van tijd­ven­sters zou dit pro­bleem onder­van­gen, ver­wacht Honkoop.

Lees ver­der op de web­si­te van Nieuws­blad Transport:

„De pro­vin­cies Zee­land en Zuid-Hol­land en het minis­te­rie van Infra­struc­tuur en Water­staat keken over onze schou­ders mee.” 

Dit arti­kel ver­scheen eer­der in week­blad Schuttevaer.