Kuierende schapen in de MaasstadKuierende schapen in de Maasstad

Zeg Rot­ter­dam en je denkt aan de Coo­l­sin­gel, de Koop­goot, de Euro­mast, havens, sche­pen en de Van Brie­nen­oord­brug. Niet aan groen. En al hele­maal niet aan scha­pen. Toch weidt stads­her­der Maria van der Vel­de (30) scha­pen in de Maasstad. 

De paden op, de lanen in: tij­dens het inter­view bui­te­len de lam­me­tjes in de stal nog over elkaar en hun moe­ders heen, maar inmid­dels, bij het ver­schij­nen van dit maga­zi­ne, struint Maria’s wit­ge­wol­de kud­de onder meer de ber­men van de A15 en A16 af.

Trouw bewaakt door haar vier bor­der­col­lies: Finn (11 jaar), Skip (7), Abby (6) en Maui (2).

 

De hon­den heb­ben er zin in, blijkt als hun baas­je ze een scha­pen­wei­de in stuurt. De her­de­rin houdt de hon­den pri­ma onder appel, maar vol­gens haar­zelf kun­nen ze veel beter. „De eer­ste dagen moe­ten ze echt weer even wennen.”

Brullen

Hun werk: de kud­de bij de her­der houden.

Nou ja, eigen­lijk doen alleen Skip en Maui dat. Abby mag het van­we­ge gezond­heids­pro­ble­men rus­ti­ger aan doen en Finn is een ver­haal apart.

„Het begon alle­maal met hem”, ver­telt Maria in haar scha­pen­stal. Die staat ergens tus­sen Poor­tu­gaal en de A15, vlak bij de havenindustrie.

Hon­der­den ooi­en en hun kroost kij­ken het bezoek intus­sen nieuws­gie­rig aan. De lam­me­ren zijn nu negen weken oud en al aar­dig uit de klui­ten gewassen.

Maria: „Hun moe­ders ga ik mor­gen bij ze van­daan halen. De lam­me­ren zijn nu oud genoeg om zelf te gaan gra­zen, en de ooi­en moe­ten aansterken.”

Het schei­den van moe­der en kind is niet haar meest favo­rie­te werk. „Je hoort de lam­me­ren daar­na zo’n 48 uur brullen.”

Min veertig graden

Bij­na de helft van haar scha­pen loopt ook ’s win­ters bui­ten, maar niet op de groen­stro­ken van haar opdracht­ge­vers: gras groeit nau­we­lijks in de kou.

„Ze pas­sen gewoon niet alle­maal in de stal: ik heb nu zo’n 400 scha­pen en 200 ooi­lam­me­ren, en hier pas­sen 300, hoog­uit 350 scha­pen. Van­daar dat nu alleen de lam­me­ren met hun moe­ders bin­nen zijn.”

De ove­ri­ge, onge­dek­te scha­pen mogen gra­zen op wei­lan­den in Nieu­wer­kerk aan den IJs­sel en Ouder­kerk aan den IJs­sel en op wei­lan­den rond­om de scha­pen­stal. „In de win­ter staan koei­en binnen.”

Scha­pen kun­nen dank­zij hun wol­len vacht beter tegen de kou. „Ze schij­nen tot min 40 gra­den te kun­nen ver­dra­gen, al zou ik ze dat niet graag aandoen.”

 

Lees ver­der op het onli­ne plat­form Digi­bron van Erdee Media Groep:

Voor ver­voer over gro­te­re afstan­den huurt Maria een vee­trai­ler. Die hangt ze gewoon ach­ter haar Volks­wa­gen­bus­je. „Zo kan ik veer­tig scha­pen per keer verplaatsen.”

De die­ren zet ze, onder bewa­king van een bor­der­col­lie, in een voor­af afge­ras­terd gebied, waar­na ze de vol­gen­de lading haalt. „In de zomer doe ik dat ook ’s nachts.”