Scheepsbouwer Royal IHC glijdt steeds verder de helling af. De vaart is erin gekomen toen de blauwe boorden de laan uit werden gestuurd en de witte boorden de kantoren vulden. Het leidde tot verziekte verhoudingen, een bijna-faillissement, een hypergevoelig corruptieonderzoek en een zoveelste sanering van 600 banen nu, met nóg 500 in de pijplijn. Maar ondernemingsraad-voorzitter Martijn van de Beurcht houdt hoop.
Van de Beurcht (43) kan vrijuit praten, meldt hij desgevraagd.
In tegenstelling tot de vele IHC-werknemers die anoniem of helemaal niet met de pers durven spreken, vanwege onduidelijke clausules in hun arbeidscontract. Van de Beurcht: „Als ondernemingsraad vormen wij een autonoom orgaan binnen IHC. De leden zijn vrij om te spreken met wie zij willen. Zolang het niet om bedrijfsgeheimen gaat.”
Dat hij binnen de vakbond FNV actief is als kaderlid, helpt allicht mee. „Daarvan heb ik natuurlijk ruggesteun.” Sinds een jaar werkt hij overigens als HR-businesspartner (schakel tussen het personeel en de bedrijfsleiding) bij IHC.
Angstcultuur
Het scheelt ook dat hij niets binnensmonds hoeft te houden als het gaat om disfunctionerende bestuurders, vernietigend uitpakkende koerswijzigingen, ontslagrondes die de schade verhevigden, verziekte verhoudingen in de bedrijfstop, een angstcultuur in alle lagen van de onderneming en een cultuurkloof tussen grond- en kantoorpersoneel. Het Financieele Dagblad deed hier op 11 juli al een boekje over open.
In een uitgebreide reconstructie op basis van uitsluitend anonieme bronnen. Van de Beurcht: „Zoals het daarin beschreven staat, is het in grote lijnen gegaan.” Hij kan het weten, als OR-voorzitter sinds 2014 zat hij dichtbij het vuur.
China
Dat maakte hem niet vrolijk: de OR heeft als rol toe te zien op het voortbestaan van het bedrijf in het belang van de werknemers. Intussen slinkt het personeelsbestand al jaren. En zonder de reddingsactie van afgelopen april was het einde verhaal geweest.
Drie Nederlandse maritieme families – Van Oord (MerweOord), Van der Vorm (HAL) en Huisman (Huisman Equipment) -, de Belgische investeringsmaatschappij AVH (grootaandeelhouder van baggeraar Deme) en het ministerie van Economische Zaken gooiden de reddingsboei uit.
Hiermee voorkwamen ze een overname door een Chinees bedrijf. Dat had graag de technologie van de Hollanders in huis gehaald om de huidige commerciële redders niet alleen op prijs, maar voortaan ook op gelijkwaardig technisch niveau te kunnen beconcurreren.
Noodlottig
Aan de redding gingen grimmige jaren vooraf, waarin de ondernemingsraad en de bedrijfstop regelmatig lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan. Van de Beurcht: „Het begon met de raad van Adviesbureau McKinsey, in 2014.”
Lees verder via de website van Schuttevaer.
Lees hier een verkorte versie in Reformatorisch Dagblad