Schilder Deurloo (80) staat zonder duizelingen op de ladderSchilder Deurloo (80) staat zonder duizelingen op de ladder

Een agent betrap­te Wim Deur­loo toen hij als 13-jarig broe­kie voor klan­ten van zijn vader stond te schil­de­ren. Nu, bij­na zeven­tig jaar later, kan hij de kwast nog steeds niet neer­leg­gen. „In de zomer zou ik wel wat vaker een dag­je vrij kun­nen nemen.”

Vijf dagen per week werkt Deur­loo (80) uit Capel­le aan den IJs­sel. „Elke dag ga ik om half acht de deur uit.” Zowel zijn beroep als zijn werk­lust heeft hij niet van een vreem­de. „Mijn groot­va­der was ook schil­der, in Oos­ter­land. Hij werk­te ook nog toen hij al tach­tig was.” Zelfs zijn over­groot­va­der was al schil­der, ver­moedt Deur­loo. „En mijn vader ook. Hij start­te in 1927 een eigen schil­ders­be­drijf in Andijk, later in Hoorn.”

Vader Deur­loo wist goed gebruik te maken van zijn elf kin­de­ren. Deur­loo: „Ik stond eens ergens ’s avonds voor een klant van hem te schil­de­ren, toen een poli­tie­agent vroeg hoe oud ik was. Moet je voor­stel­len: ik was 13 jaar. Mijn vader moest ervoor naar het poli­tie­bu­reau. Hij heeft flink moe­ten pra­ten om onder een boe­te uit te komen.”

Het scheel­de dat de jon­ge Wim over­dag naar school ging. „Mijn vader ver­tel­de dat ik maar af en toe hielp.” Ook daar­na nam vader Deur­loo het niet zo nauw met de regels. Het lever­de nog­maals een ont­moe­ting met de poli­tie op. „Ik stond over­dag op een stel­ling te wer­ken, toen een agent op de fiets stop­te en vroeg hoe oud ik was. „Ik ben vijf­tien jaar.” „Wat?!”, zei de agent. „Dan ben je nog te jong om op een stel­ling te wer­ken.” Dat mocht pas van­af je zes­tien­de. Hij keek naar mijn vader, die op straat stond te schil­de­ren en zei: „Je zoon komt van die stel­ling af, en jij gaat erop. En ik kom elke dag kij­ken of dat zo blijft, tot jul­lie hier klaar zijn.”

Lees heel het arti­kel.