Voor een historischeverhalenroute door Gouda kreeg ik van Struinen en Vorsen in 2018 de opdracht om zeven mensen te interviewen over Gouda in het Rampjaar, en hiervan even zoveel fullquote-interviews te schrijven.
In het turbulente jaar Rampjaar 1672 liepen de legers van de Franse Zonnekoning Lodewijk IV, de bisschop van Münster en de bisschop van Keulen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bijna compleet onder de voet. Op zee hield admiraal Michiel de Ruyter met zijn vloot de even oorlogszuchtige Engelsen tegen. Maar bijna was diezelfde zee het enige stukje Nederland gebleven.
Enkel de in koortsachtige ijver gerealiseerde Hollandsche Waterlinie (later de Oude Hollandse Waterlinie) bleek uiteindelijk de Fransen buiten het machtigste gewest Holland, met ’s lands regeringscentrum in Den Haag, te houden.
De legers naderden tot vlak bij Gouda, in die tijd een belangrijke stad in de Staten van Holland. Enkel de waterlinie hield ze nog tegen – maar die was juist hier op haar smalst. En achter de van angst verlamde stad lag de weg naar Den Haag open.
In het kader van 750 jaar Gouda en 350 jaar Oude Hollandse Waterlinie in 2022 heeft het Historisch Platform Gouda in samenwerking met Stichting Oude Hollandse Waterlinie en Stichting Struinen en Vorsen een Rampjaarroute uitgestippeld.
Op acht locaties vertellen acht in de Goudse historie geïnteresseerde personen (vooral Gouwenaars) in full-quoteverhalen de gevolgen van het Rampjaar voor de kaasstad, aan de hand van even zoveel locaties die in het Rampjaar 1672 een interessante rol speelden. Zeven van deze acht verhalen zijn van mijn hand.
Denk aan een verhaal over de Kleiwegpoort, waar de volledige magistraat (de burgemeesters, schout en schepenen) prins Willem III op 30 juni 1672 onderdanig opwachtte. Hetzelfde stadsbestuur dat vijf jaar eerder samen met de andere voornaamste steden van Holland had gezworen nooit meer een stadhouder te benoemen (en zeker geen Oranje).
Nu deelden de hoge heren de prins mee dat ze hem bij een stemming in de Statenvergadering zouden steunen bij zijn benoeming tot stadhouder, in ruil voor zijn bescherming tegen de Fransen. Vier dagen later was zijn benoeming een feit.
Lees de Rampjaarrouteverhalen hier.